Eco-socialisme breekt met vooruitgangsoptimisme
Aan het einde van de 19de en het begin 20ste eeuw leidde de stijging van industriële arbeidsongevallen tot protesten die een politiek spook deden opduiken: het socialisme. Arbeiders durfden daarbij de hoop uit te spreken dat de ongelijkheid tussen sociale klassen een reliek van het verleden zou kunnen worden. “In de 21ste eeuw staat de sociaaldemocratie overal onder druk. Toch kent het socialisme een politieke heropleving”, stelt Politiek filosoof Lorenzo Buti over het socialisme in Tertio nr. 1.128 van 23/08.
Lorenzo Buti

In de loop van de 20ste eeuw veranderde de compensatie voor arbeidsongevallen, net zoals een ingrijpende reeks sociale wetgevingen rond pensioenen, onderwijs, gezondheid en vertegenwoordiging op de werkvloer. Met de invoering van sociale wetgeving intervenieerde de staat voortaan op directe wijze in de economische sfeer, een flagrante breuk met het heilige liberale principe van laissez faire.
De institutionalisering van die sociale principes in de sociaaldemocratie kende evenwel zijn limieten. De sociaaldemocratie functioneerde als een stabilisator voor het kapitalistische systeem: de uitbreiding van sociale rechten suste de werkende klasse en staatsinterventies stabiliseerden de economie wanneer deze in een crisis dreigde te komen.
Heropleving
In de 21ste eeuw staat de sociaaldemocratie overal onder druk. De bezetting van verkeerspunten door de Gele Hesjes en de explosieve protesten tegen de pensioenhervorming in Frankrijk, de stakingen in de gezondheidszorg en het openbaar vervoer in Engeland tonen dat sociale conflicten nog steeds mensen op straat brengen.
“De ecologische crisis geeft het socialisme opnieuw een ongekende relevantie”, oordeelt Buti. Terwijl het kapitalisme schadelijke uitkomsten blijft produceren, pleit een vorm van ecologisch socialisme voor democratische besluitvorming om sociale noden te bedienen binnen de ecologische grenzen van de planeet. “Eco-socialisme zal daarom veeleer een strategie van herstel moeten hanteren dan van materiële groei”, concludeert Buti.
