15 maart 2023

Nummer 1.205

“Kierkegaards werk is literair sterk en geeft religieus te denken”

Een van de belangrijkste werken van Søren Kierkegaard verschijnt voor het eerst in het Nederlands. Emeritus hoogleraar Paul Cruysberghs nam met Karl Verstrynge de eindredactie van dit vijftiende deel van de Søren Kierkegaard Werken op zich en voorzag het van een nawoord. “Afsluitend Onwetenschappelijk Naschrift is een keerpunt in het denken van de Deense filosoof”, vertelt hij in Tertio nr. 1.205 van 15/3/’23.

Liza Cortois

cover Nummer 1.205

Van een naschrift verwacht je een korte tekst bij een bestaand werk. Niets is minder waar bij het Afsluitend onwetenschappelijk naschrift van Søren Kierkegaard. De gewichtige kluif van meer dan 800 bladzijden verscheen als postscriptum bij zijn Filosofische Kruimels, een werkje van amper 117 bladzijden. Zoals het volume van het Naschrift doet vermoeden, bevindt de essentie zich net daarin. Afsluitend blijkt het werk evenmin te zijn. “Kierkegaard had dit als zijn laatste werk bedoeld, maar kwam al vrij snel tot de conclusie dat zijn werk als schrijver nog niet voltooid was”, zegt Kierkegaardspecialist Paul Cruysberghs.

Wat is het belang van Naschrift binnen het oeuvre van Kierkegaard?

“Het is een keerpunt. Voor het eerst staat de thematiek van het christen-worden uitdrukkelijk centraal. Vanaf dan maakt hij een duidelijke keuze om religieuze boeken te schrijven. Alles wat hij voordien geschreven had, poogt hij te recupereren door te zeggen dat hij altijd al een religieuze auteur was, maar dat klopt niet helemaal. In Naschrift herneemt hij wel al het belangrijke uit zijn eerdere boeken. Kierkegaard schreef tot dan onder verschillende pseudoniemen. De meeste lezers in het intellectuele Kopenhagen hadden wel door dat hij het was, maar plots besloot hij te zeggen waar het op stond en zijn identiteit te onthullen. Toch schreef hij ook dit boek nog onder een pseudoniem, dat van Climacus, en daarna schrijft hij Ziekte tot de dood onder het pseudoniem Anti-Climacus.”

Kierkegaards verhouding tot geloof is complex. Hij schrijft religieuze boeken, maar verzet zich ook sterk tegen religie binnen de Kerk. Kan u dat uitleggen?

“Zijn reactie op de Kerk werd op de duur nodeloos hard, haast ziekelijk. Op het einde van zijn leven schreef hij tien pamfletten tegen de Kerk. Daarin herhaalt hij voortdurend dat het belangrijke in een persoonlijke gelovige houding ligt. Op zijn sterfbed weigert hij zelfs de communie. Hij keert zich ook tegen de kinderdoop, want kinderen hebben nog geen innerlijke religieuze houding. De brief van Jacobus, die stelt dat het geloof niet zonder de werken kan, neemt hij heel serieus. Die nadruk op de werken is uitzonderlijk voor een Lutheraan. Hij vertrouwt de kerkelijke conventies niet.”

“De kern van het religieuze leven beschrijft hij als ‘je amuseren in de dierentuin’. Op zondag gingen de Kopenhagers wandelen in Dyrehave, een nabijgelegen hertenpark. Louter menselijk gezien, met de dood voor ogen, heeft dat geen zin, legt Kierkegaard uit. Maar het verhaal meandert en op het einde laat hij zien dat religie niet zozeer te maken heeft met leven na de dood als wel met de ervaring van zin in dit leven. Religie is openstaan voor de zin van iets dat op het eerste gezicht zinloos is, zoals naar de dierentuin gaan.”

“Kierkegaard geeft je een slecht geweten en voorkomt dat je je te gemakkelijk in iets nestelt”, meent filosoof en Kierkegaardspecialist Paul Cruysberghs. © Maîtrise
Afbeelding
“Kierkegaards werk is literair sterk en geeft religieus te denken”