Standpunt: Ereloon
De discussie over de supplementen op de erelonen van artsen is niet nieuw. Al in 2019 sloegen de mutualiteiten alarm over de zorgwekkende stijging van deze meerkost voor de patiënt die kan oplopen van 30 tot 100 euro per consultatie. Vooral tandartsen en specialisten rekenen ze aan. Het aantal niet-geconventioneerde artsen stijgt jaar na jaar. Voor sommige disciplines is er haast geen geconventioneerde arts meer te vinden. Het hele systeem is weinig transparant: je weet nooit vooraf hoeveel je extra zal moeten betalen. Dat veroorzaakt het fenomeen van uitgestelde zorg: mensen wachten (te) lang voor ze naar de specialist trekken uit angst voor de factuur. Dat is een bedreiging voor ons in se uitstekende en toegankelijke zorgsysteem.
Johan van der Vloet


Ongelijkheid
Spontaan heb je de neiging om de niet-geconventioneerde artsen van hebzucht te verdenken. De realiteit is meerduidig. Dat ze niet in de bestaande tarievenstructuur stappen, heeft minstens gedeeltelijk te maken met een onderfinanciering van de ziekenhuizen. Supplementen dienen dan als compensatie. Ook innovaties in de geneeskunde kosten geld, net als de steeds gesofisticeerdere, dure apparatuur. Maar het meest heikele punt is de inkomensongelijkheid onder artsen. Om je een idee te geven: een nierspecialist verdient vier keer meer dan een spoedarts.
Roeping
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) wil al een hele tijd de ziekenhuisfinanciering en de honoraria hervormen. Er is geld genoeg: meer dan 10 procent van de nationale begroting gaat naar gezondheidszorg. Maar dat vraagt om herverdeling onder de specialisten en daar wringt het schoentje. Artsensyndicaten steigeren nu al en spreken van staatsgeneeskunde. Ze zwaaien met het argument dat specialisten vele jaren moeten studeren en dat daardoor hun loopbaan korter is. Dat klopt, maar die lange studies zijn grotendeels door de gemeenschap betaald. Sterker nog: het inkomen van artsen komt eveneens uit terugbetaalde publieke gelden. Het voorstel om de inkomensgrens voor artsen op het loon van een minister te leggen (290.000 euro bruto/jaar) snijdt daarom hout.
Niemand misgunt hardwerkende artsen een goed inkomen. Maar arts zijn is ook een roeping. Een ereloon – zoals dat nog zo mooi heet in ons land – is volgens het woordenboek “een vergoeding die niet als werknemersloon is te beschouwen, maar als min of meer symbolische tegemoetkoming voor diensten van maatschappelijk aanzien”. Die ‘symbolische’ waarde klinkt wat ironisch in dit debat. Toch is het woord ‘eer’ in de term op zijn plaats. Het wordt alleen te veel gelezen als: ‘Ik ben het waard geëerd te worden met veel geld.’ Het woord ‘eer’ kan je ook anders verstaan: ‘Het is een eer dit te mogen doen.’ Mensen geruststellen en genezen als het kan, zo goed mogelijk verzorgen als er geen uitweg meer is, zoeken naar nieuwe therapieën …: het is een eer daaraan te mogen bijdragen. Het is een eer dat je daartoe de talenten hebt. Een eer dat je die kan ontplooien omdat je in de juiste omgeving bent geboren en schitterende infrastructuur ter beschikking krijgt. Die eer geldt overigens niet alleen voor artsen. Velen van ons kunnen dat mutatis mutandis over hun leven en engagement zeggen.
Nood aan politieke moed
We hebben in België een benijdenswaardig kwalitatief en toegankelijk gezondheidssysteem. Bij uitbreiding geldt dat ook voor onze sociale zekerheid. Daarom zijn hervormingen met visie nodig die de bestaande systemen grondig doorlichten en durven te veranderen. Helaas lopen die hervormingen in dit land vast op belangenverdediging en afdreiging. De Vivaldi-regering blinkt uit in het nemen van halfslachtige beslissingen en het vermijden van daadwerkelijke hervormingen. Of het nu over belastingen, pensioenen, gezondheidszorg of energie gaat, altijd blokkeert er wel iemand de besluitvorming. Dat gebrek aan solidariteit en toekomstvisie voedt de afkeer voor het politieke bedrijf. Het is ook een ethische schande. Tegelijk moet die overheid kunnen rekenen op burgers die bereid zijn het loutere eigenbelang te relativeren. Dat kan alleen in een wisselwerking met politici die idealen en algemeen welzijn daadwerkelijk vooropzetten. III
Reageren kan via johan.vandervloet@tertio.be