“Technologie heeft een januskop”
Wij nihilisten van filosoof Hans Schnitzler over de digitalisering van mens en maatschappij is een beklijvende waarschuwing voor een “unconvenient truth”: de mens delft zijn eigen put door zich blind en gemakzuchtig over te geven aan het comfort van data en algoritmes, stelt de filosoof in Tertio nr. 1.167 van 22 juni. “We vergeten wat we niet in patronen kunnen vangen: de ondoorgrondelijkheid van de mens.”
Sylvie Walraevens

Hans Schnitzler maakt zich zorgen om wat onherroepelijk verloren kan gaan als we de almacht van tech-entrepreneurs geen halt toeroepen. In een kleurrijk geschreven essay evoceert hij een datagedreven wereld van feilloosheid en rationaliteit waar niemand warm van wordt. Gelukkig klinkt vervolgens een hoopvolle lofzang op het morsige leven met ruimte voor fouten, onzekerheid, broosheid en weerloosheid. Het tij kan keren als de mens de vrijheid van het onbestemde en de maakbaarheid van de samenleving weer omarmt.
In uw boek verzet u zich tegen de semantische misleiding om alles wat met data te maken heeft, “slim” te noemen. Waarom is een “slimme stad” niet per se slim?
“In een zogenaamd slimme stad verbindt het ‘internet der dingen’ objecten met data, waardoor de efficiëntie van processen, het gebruiksgemak en onze zelfredzaamheid ontegensprekelijk toenemen. Maar wat is slim? We hebben überhaupt geen sluitende definitie van menselijke intelligentie. En wat problematischer is: het kan slim zijn om mensen dom te houden. Slimheid in die zin is ook een dankbaar doorgeefluik voor neoliberale waarden omdat er geen recht wordt gedaan aan de rafelige, weerbarstige, donkere kant van een stad. Alles wordt glad en steriel getrokken in functie van gezondheid en veiligheid. Hoe slim is het om geen recht te doen aan wat een stad tot stad maakt? Ik vind het problematisch dat we proberen alle fricties en ongemakken weg te masseren, terwijl juist bij de fouten die een mens maakt, ethisch besef ontstaat, een begrip van goed en kwaad. Te veel gemak ondermijnt de betrokkenheid. Een student die moeite moet doen om de stof meester te worden, toont engagement. Ik vrees dat een frictieloos bestaan nefast is voor onze betrokkenheid. Ik kan ontzettend ontroerd worden door de stuntelende mens. Ik erken dat het menselijke onvermogen pijnlijk is, maar ook mooi in zijn diepgang en rijkdom. Zelfs in fouten schuilt schoonheid.”
Een mens die zijn leven laat beheersen door technologie, noemt u een nihilist. Waarom?
“In alle tijden is er een vruchtbare culturele voedingsbodem waarin het gebruik van bepaalde technologieën wordt aanvaard. Zo constateerde Nietzsche dat na de dood van God en na de grote verhalen, de mens nog weinig ankerpunten had. Hij moest voortaan alle waarheden, zekerheden en identiteit uit zichzelf halen. In zo’n wereld krijg je dan wat Nietzsche in zijn cultuuranalyse de ‘Laatste Mens’ noemt, die alleen nog uit is op gemak en elke inspanning uit de weg gaat. Ik denk dat technologie tegemoet komt aan de behoeften van die passieve nihilist, die hogere waarden als vrijheid en verantwoordelijkheid als een zware last ervaart en liever uitbesteedt. Technologie neemt ons allerlei dingen uit handen, maar ze doet de mens ook neigen naar escapisme. Wie voortdurend door zijn smartphone wordt geleefd, hoeft niet bij zichzelf stil te staan. We kunnen dus stellen dat technologie een januskop heeft: ze kan menswaardigheid ondersteunen – ik denk aan de zoomgesprekken die veel ouderen uit de eenzaamheid trokken tijdens de lockdownperiode –, maar ze maakt de mens ook wankel.”
Meer lezen? Abonneer je op tertio.be
